EU visbeheer Afrikaanse westkust.....

Voor alles wat niet in een van onderstaande rubrieken past
Plaats reactie
Dre Frijters
Berichten: 784
Lid geworden op: wo okt 24, 2007 7:21 pm

EU visbeheer Afrikaanse westkust.....

Bericht door Dre Frijters »

Corruptie, bewuste leegroof van visbestanden, zakkenvullerij, andere smerige politieke belangen om geld en macht, alles is mogelijk…….
Zoals in de bananenrepublieken van Afrika, maar vooral ook door bewuste schaamteloze medewerking van de EU, waar toch ook o.a. Nederland deel van uitmaakt. Om over het eigenzinnige Turkije maar te zwijgen, wat dan ook weer door de EU-mantel der liefde wordt bedekt…..
Het is in onze Noordzee al zowat onmogelijk om tot verantwoord beheer van milieu en visbestanden te komen. Kun je nagaan hoe slecht het is gesteld met de mens in de kustgemeenschappen daar, die om te overleven afhankelijk zijn van de vis in hun eigen kustwateren.
Geen wonder dat steeds meer van die mensen naar Europa willen, achter hun vis aan……. :oops:
Lees en huiver hoe de maffia tegen beter weten in toch aan de touwtjes blijft trekken en DUURZAAM BEHEER inmiddels een mondiaal sprookje geworden is. :evil:
Verlenging protocol: doorgaan op dezelfde heilloze weg
Uitputting visbestanden Mauritanië treft iedereen
2 dagen geleden
NOUADHIBOU - De Mauritaanse overheid blijkt niet bij machte de uitputting van de visbestanden door de vismeelindustrie te stoppen. Desondanks heeft de EU in september het bestaande protocol van de visserijovereenkomst met Mauritanië voor nog een jaar verlengd. Politieke overwegingen zijn blijkbaar sterker dan het vasthouden aan de principes van het EU visserijbeleid. Het is tijd voor ingrijpen. Aldus Ad Corten, de Nederlandse bioloog die het visserijonderzoek bij Mauritanie coördineert en die functie volgend jaar overdraagt aan Floor Quirijns.
,,Vorige maand was ik samen met collega Floor Quirijns in de Mauritaanse havenplaats Nouadhibou voor overleg met onze Mauritaanse collega’s over de bemonstering van de pelagische vangsten. Het was een goede gelegenheid om de laatste ontwikkelingen in te visserij te bekijken. De plaatselijke vismeelindustrie bleek nog steeds op volle toeren te draaien. Nadat eerder dit jaar een aantal van de Turkse purse seiners tijdelijk aan de ketting was gelegd vanwege het vissen met te kleine maaswijdte, hadden deze schepen inmiddels weer voor zes maanden ontheffing gekregen.
Dit was meteen merkbaar voor de ‘Cap Blanc’, de trawler die de nieuwe fabriek Cap Blanc Pelagique (CBP) van Cornelis Vrolijk in Nouadhibou moet bevoorraden. De ‘Cap Blanc’ vist niet onder het EU-visserijakkoord maar onder Mauritaanse vlag, heeft een Mauritaans quotum en is gebonden aan de Mauritaanse regelgeving. Daarbij moeten ze 12 mijl uit de kust blijven. Toen de Turkse vloot in april en mei dit jaar aan de kant lag, kon de Cap Blanc nog redelijke vangsten maken, maar op dit moment was het weer droefenis.
De ongeveer 40 purse seiners die sinds 2017 actief zijn kunnen per trip tot 500 ton aanvoeren, en ze kunnen meerdere trips per dag maken in de 6-12 mijlszone. Vergeleken hierbij zinken de vangsten die de Nederlandse trawlers vroeger bij Mauritanië behaalden (maximaal 300 ton per dag) in het niet. Nadat de Turkse schepen de afgelopen jaren het sardinella-bestand hadden gedecimeerd, zijn ze in 2018 overgestapt op sardien, de enig overgebleven soort in het gebied. Daardoor heeft vorig jaar de vismeelindustrie een nieuw record kunnen bereiken van 550.000 ton verse vis die verwerkt is tot vismeel.
Door de uitputting van de visbestanden beginnen nu ook de vismeelfabrieken zelf steeds meer moeite te krijgen met hun aanvoer. De meeste van de ongeveer dertig fabrieken in Nouadhibou draaien momenteel nog maar op een deel van hun capaciteit. Maar zelfs dat is genoeg om de visbestanden blijvend op een laag peil te houden. Het Mauritaanse Ministerie van Visserij besprak vorige maand een voorstel om de aanvoer voor de vismeelfabrieken te beperken tot 200 ton per schip en per trip. Waarschijnlijk valt deze maatregel in de categorie ‘te weinig en te laat’. Vijf jaar geleden was het misschien een zinvolle maatregel geweest, maar in de huidige situatie zullen er weinig trips van meer dan 200 ton per dag gemaakt worden.
Meer ingrijpende maatregelen zijn politiek echter moeilijk te verkopen omdat daarmee een aantal vismeelfabrieken meteen failliet zou gaan. Deze fabrieken zijn mede-eigendom van hoge regeringsfunctionarissen en politici, waaronder de huidige president. Deze eigenaren laten hun fabrieken liever doordraaien totdat de zee helemaal leeg is dan dat ze instemmen met maatregelen die leiden tot een eerder faillissement van hun bedrijf.

Gebreken
Terwijl de houding van de Mauritaanse overheid nog valt te begrijpen (de Nederlandse overheid gedroeg zich 40 jaar geleden precies hetzelfde waar het om de haringvisserij ging), ligt dit anders bij de EU. Die heeft met Mauritanië een visserijakkoord dat gebaseerd moet zijn op duurzaam beheer. Mauritanië moet zijn statistieken op orde hebben, onderzoek doen, assessments uitvoeren en gezamenlijk beheer voeren met zijn buurlanden. Anders is er geen rechtvaardiging voor het visserijakkoord, waarbij de EU jaarlijks 62 miljoen euro betaalt aan Mauritanië.
Niets van dit alles gebeurt echter. De Mauritaanse statistieken zijn ondoorzichtig, er wordt nauwelijks onderzoek uitgevoerd en er is geen sprake van gezamenlijk beheer met de buurlanden. De situatie in het onderzoek is sterk verslechterd sinds de komst van de vismeelindustrie, doordat het onderzoeksinstituut IMROP de afgelopen jaren nauwelijks monsters heeft kunnen nemen van de aanvoer bij de vismeelfabrieken.
De gebreken aan Mauritaanse kant zijn al jaren bekend bij de EU, maar die maakt daar geen halszaak van. Enkele maanden geleden is het bestaande akkoord met Mauritanië (of beter gezegd het ‘protocol’ binnen dat akkoord) met een nog jaar verlengd. Eigenlijk had er vóór november dit jaar al een nieuw protocol getekend moeten worden, omdat het oude protocol van 2015-2019 op dat moment afliep. Vanwege de presidentsverkiezingen in juni dit jaar en de daarmee samenhangende machtswisseling waren de Mauritaniërs echter niet in staat om nu al te praten over een nieuw protocol, dus zijn de onderhandelingen verschoven naar volgend jaar.
Om een protocol te kunnen afsluiten of verlengen, moet de EU een evaluatieonderzoek laten uitvoeren door een onafhankelijke instantie. Voor het protocol in de periode 2015-2019 is dat recentelijk gebeurd door een consortium van enkele Franse consultant bureaus. In het 221 pagina’s tellende (Franstalige) rapport worden de tekortkomingen in het Mauritaanse beheer weliswaar duidelijk omschreven, maar daartegenover noemt het rapport een aantal belangrijke pluspunten van het protocol, zoals bijvoorbeeld het feit dat de EU zijn financiële bijdragen aan de Mauritaanse overheid stipt op tijd heeft overgemaakt. Het feit dat de pelagische trawlers van de EU slechts 51 procent van hun jaarlijkse quotum hebben opgevist wordt als ‘middelmatig succesvol’ getypeerd (ik zou dat anders omschreven hebben…).
Het rapport is gebaseerd op gegevens tot en met 2018, dus het feit dat de SCH 81 ‘Carolien’ dit voorjaar zo’n 40 procent minder sardien heeft gevangen dan in voorgaande jaren is nog niet meegenomen. Ook de constatering dat Mauritanië nauwelijks onderzoek uitvoert, geen realistisch TAC- en quotasysteem heeft voor zijn nationale visserij en met buurlanden geen afspraken heeft over het gezamenlijk beheer van gedeelde bestanden, wordt niet als reden beschouwd om een negatief oordeel te vellen over het protocol.
De eindconclusie is dan ook dat vernieuwing van het protocol de enige reële optie is. De opstellers van het rapport lijken daarmee in hun eindconclusie wel erg veel rekening te houden met de wensen van hun opdrachtgever.

Tijd voor ingrijpen
De Europese Commissie zit duidelijk in een spagaat wat betreft het visserijakkoord met Mauritanië (het grootste akkoord dat de EU heeft met een derde land). Aan één kant wil de EC graag het akkoord verlengen om daarmee de vriendschappelijke relaties met Mauritanië in stand te houden. Mauritanië is voor de EU belangrijk in de strijd tegen illegale migratie naar Europa. En de EC wil ook niet dat het land helemaal wordt overgenomen door de Chinezen.
Aan de andere kant moet de EC ook beseffen dat zij geen blanco cheque aan Mauritanië kan blijven geven voor een visserijakkoord dat maar half gebruikt wordt, en waarin geen enkele harde eis gesteld wordt ten aanzien van duurzaam beheer. De EU probeert op wereldniveau een voorbeeld te geven ten aanzien van duurzaam beheer. Het is dan inconsequent dat zij in Mauritanië haar financiële macht niet gebruikt om het visserijbeleid de goede kant op te sturen.
Wanneer de EC niet zelf haar verantwoordelijk op dit punt neemt, zal zij hiertoe gedwongen moeten worden door de lidstaten en door het Europarlement. In het verleden hebben de lidstaten de EC al gedwongen om octopus uit het visserijakkoord te halen. Deze soort werd al jaren overbevist, maar dankzij een zware lobby van de Spanjaarden werd de soort toch telkens weer opgenomen in het akkoord. Pas in 2012, na politieke druk van Nederland, Duitsland en de Scandinavische landen, werd de octopus uit het akkoord gehaald.
Een voorbeeld van een correctie van de EC door het EP was de aanname van een resolutie in 2011 die bepaalde dat alleen vissoorten mochten worden opgenomen in een akkoord waarvoor nog een surplus bestond. Dit was een waardevolle resolutie, maar de toepassing ervan levert de nodige problemen op. De EC en Mauritanië gaan ervan uit dat er een surplus bestaat zo lang niet overtuigend is bewezen dat een bepaalde soort overbevist is. Echter, in een situatie waarin nauwelijks onderzoek wordt uitgevoerd, is het voor onderzoekers moeilijk om harde bewijzen te leveren dat een bepaalde soort inderdaad overbevist wordt.
Zo werd door Mauritaanse onderzoekers pas dit jaar eindelijk toegegeven dat de sardinella overbevist wordt, terwijl de indirecte bewijzen hiervoor zich al jaren opstapelden. Het feit dat Mauritanië voordeel put uit de onzekerheid over de bestanden vormt niet bepaald een stimulans voor de Mauritaanse overheid om meer geld te steken in het onderzoek.

Duurzaam beheer
Wat we nu nodig hebben is een nieuwe resolutie van het EP die bepaalt dat de EU alleen een visserijakkoord mag sluiten met landen die aantoonbaar hun best doen om hun visbestanden duurzaam te beheren. Dat betekent in de eerste plaats dat zij voldoende geld uittrekken voor onderzoek en assessment van de bestanden. Daarnaast moeten zij quota vaststellen die gebaseerd zijn op wetenschappelijke adviezen, en zorgen dat deze quota worden nageleefd. En tenslotte moeten zij met buurlanden afspraken gemaakt hebben over het gezamenlijk beheer van gedeelde bestanden.
In Mauritanië was er de afgelopen jaren een bedrag van 30 miljoen euro beschikbaar uit de pot ‘sectorale steun’ van het EU akkoord (het bedrag uit het protocol 2015-19 plus het restant uit voorgaande jaren). Bijna al dit geld is besteed aan de aanleg van een nieuwe visserijhaven in Tanit; een haven die ongetwijfeld zal bijdragen aan een verdere verhoging van de visserijdruk. Slechts een klein deel is gebruikt voor onderzoek, en dan nog alleen voor het onderhoud van het onderzoekingsschip ‘Al Awam’. Blijkbaar is de EU meer geïnteresseerd in het ‘storten van beton’ (de woorden van een EU-functionaris) dan in het voeren van een duurzaam visserijbeheer.
Het wordt tijd dat deze knop wordt omgezet, en dat de EU zich hard maakt voor verantwoord visserijbeheer. Laat de EC het voorstel voor een nieuw protocol voorlopig maar in de ijskast zetten, totdat Mauritanië daadwerkelijk heeft laten zien dat het ernst maakt met duurzaam beheer. Dat zal even wennen zijn voor de Mauritaanse overheid (en ook voor de Europese reders), maar het is de enige manier om de belangen van zowel Mauritaanse en Europese vissers op langere termijn veilig te stellen.’’

Om het schrijnend tekort aan transport voor het Mauritaanse onderzoek door IMROP op te lossen, heeft rederij Vrolijk onlangs een kleine bestelauto gekocht voor het IMROP. Ad Corten: ,,Het is eigenlijk absurd dat een particuliere rederij het onderzoek te hulp moet schieten omdat noch de Mauritaanse overheid, de EU of de Nederlandse overheid hiertoe bereid waren.’’

Plaats reactie