In december 2011 kwam de Nieuwe Palingwijzer uit van de Stichting DUPAN……… waaruit hieronder de meest opmerkelijke punten:
3. Samen staan we sterk
Door samen te werken, kunnen we veel meer doen dan in Europees verband en met CITES is afgesproken.
De Stichting DUPAN streeft naar volledig duurzaam beheerde consumptiepaling en introduceerde het Duurzaam Paling Fonds. Ook ú kunt helpen, door aankoop van paling met het blauwe fonds-logo.
4. Beroepsvissers worden Natuurbeheerders
Nederlandse beroepspalingvissers zetten jonge paling (glasaal en pootaal) uit om op te groeien.
Zo wordt veel kennis opgebouwd, de vangst gecontroleerd en stroperij tegengegaan. De
beroepspalingvissers verdelen de jonge paling over geschikt leefgebied en helpen de volwassen
paling (schieraal) ‘over de dijk’ naar zee. Alleen zo kunnen volwassen palingen ongehinderd
naar hun geboortegrond terug zwemmen en voor nageslacht zorgen. Dit nageslacht komt vervolgens weer met miljoenen tegelijk aan voor onze kust.
5. Kwekers overwinnen de waterbarrières
Een groot deel van de glasaal die kwekers inkopen wordt, nadat de aaltjes in kwekerijen groter en sterker zijn geworden, achter de waterbarrières uitgezet. Deze tot enkele grammen opgegroeide jonge paling (pootaal) is veel sterker dan de kwetsbare baby-glasaal. De overleving van pootaal is dus veel groter en er worden er veel meer volwassen. De uittrek van volwassen palingen (schieraal) neemt daardoor toe, waardoor er zich weer meer kunnen voortplanten.
7. Stoppen met visserij en handel is geen optie
Het is belangrijk dat de kennis en kunde van de palingvissers, vaak vele generaties lang van vader op zoon overgebracht, niet verloren gaat. Het zijn juist de beroepspalingvissers en ook de palingkwekers, die de wetenschap kunnen helpen bij onderzoek. En het is juist de palingsector die zich met mensen en financiële middelen inzet voor herstel van de palingstand. Als we de paling aan zijn lot overlaten redt hij het niet!
Als je deze PALINGWIJZER leest, dan wordt je wijzer op de navolgende punten:
- Het steeds maar gebruikte woord “kwekerij” zou impliceren, dat daar mannetje-vrouwtje op een of andere manier bij elkaar komen en het aldus ontstane nageslacht in diezelfde omgeving wordt opgekweekt. Een juiste benaming zou aalvetmesterij zijn. Nagenoeg alle glas- en pootaal wordt rechtstreeks uit het wild weggevangen om vervolgens in zo kort mogelijke termijn “consumptierijp” te worden gemaakt. In de PALINGWIJZER wordt slechts gesproken over het “inkopen” van glasaal. Die wordt dus voor 100 % aan de natuur ontrokken! Door dat niet te vermelden wordt de consument zogezegd geconditioneerd om met een gerust hart “in belang van wetenschap, kwekers, beroepsvissers en herstel van de palingstand” dergelijke aal te kopen. En zoals in de gehele sector beroepsvisserij eigenlijk al gaande is: de beroepsvisser, die dan nog werkelijke band heeft met de natuur, wordt uiteindelijk weggeconcurreerd en “legt het loodje” .
- Er is in een “kwekerij” geen sprake meer voor de aal van de zo natuurlijke ervaring/ontwikkeling van instinct om in de natuur te overleven en voedsel, trekrichting en -routes te zoeken. Ze geraken binnen de kortste tijd “geconditioneerd” en hebben alleen nog oog voor het tijdschema van de voedselzak die boven de steriele waterbak bengelt. Inmiddels wordt steeds meer aangetoond dat uitzet van bijvoorbeeld “gekweekte” zalm en forel ter bevordering van het natuurlijk herstel zo goed als nutteloos is. Dat glasaal na een klots-over-de-weg-transport - via de gesteriliseerde, conditionerende en infuusachtige vetmesterij tot pootaal gegroeid - sterker zou zijn geworden en vooral een grotere paaikans zou hebben gekregen, moet dus voorlopig ernstig worden betwijfeld. Zorg eerst maar eens voor een wetenschappelijke onderbouwing. Het wetenschappelijk “succes” om aal in een laboratoriumomgeving zich voort te laten planten zal hoogstens op termijn de vetmesterijen kunnen helpen aan aal met als enige eindbestemming: consumptie.
- En je kunt ook hier weer rekenen op de minder fraaie “bijkomstigheden” voor mens en natuur. Bacteriën, virussen, schimmels, afwijkingen etc. worden automatisch mee “opgekweekt”. Wat zal het in dit geval worden? KPP (KweekPalingPest), P-koorts, Sidderaalvirus, ABBS (Anti Barrière Buikloop Schimmel), verzin maar wat…….
- Door het wegvangen van glasaal bij Spanje en Frankrijk ten behoeve van “kwekerijen” worden miljoenen ervan de kans ontnomen om wel succesvol op te groeien en volwassen terug te keren via de wel nog toegankelijke (getijde-) rivieren en natuurgebieden elders in Noordwest Europa. Vooral juist Nederland is een barrièreland met al zijn waterwerken, gecombineerd met een relatief hoge visserijdruk op aal. Dus vooral daar moet de glasaal naar toe ….?!?
Het elders inkopen van glasaal is slechts een poging om het typisch Nederlands-economisch probleem op te lossen ten koste van de wildstand in Europa. Zeker is, dat in de uitzetgebieden in Nederland op die manier de hoeveelheid beroepsfuiken kunstmatig in stand kan worden gehouden.
- Het overgrote deel van de door de “kwekers” ingekochte glasaal belandt simpelweg in het maag-darmkanaal van de consument. (Voorbeeld: zoals aangegeven op een site van een Nederlandse kweker, is bijvoorbeeld alleen al 50 % van de aldus vetgemeste schieraal bestemd voor de consumentenmarkt van onze zuiderburen.) Slechts
een zeer marginaal deel wordt met of zonder subsidie als glas- of pootaal doorverkocht aan de beroepsvisser en achter de barrières uitgezet.
Waarvan het overgrote deel vervolgens voor consumptie wordt weggevangen. Waarvan vervolgens weer
maar een zeer marginaal deel van de beroepsvisser de vrijheid als schieraal terug krijgt. Waarvan vervolgens
weer slechts een marginaal deel de paaiplaats zal kunnen bereiken, gezien de natuurlijke gevaren onderweg. En als het mogelijk slecht ontwikkelde instinct dit nog toelaat. Je hoeft geen rekenwonder te zijn om te concluderen dat de miljarden onttrokken glasaaltjes enerzijds en het handjevol vrijgelaten alen,
een zeer negatieve balans oplevert voor de natuur. Er verdwijnen er zelfs meer dan dat er bijkomen. En het duurt nog “even” voordat de meeste kunstmatige barrières in Nederland zijn beslecht. Niettemin verschijnen volgens DUPAN daarvan weer miljoenen glasaaltjes als nageslacht voor de Nederlandse kus. Een bijna ambachtelijk kweekverhaal dat maar snel op film moet worden vastgelegd voor het nageslacht…....
- Tijdens de hoofdtrek in het najaar geldt een gesloten tijd van 3 maanden. Met als doel dat zowel de schier geworden aal (uitgezet na tussenkomst van de “kwekerij” en overgebleven na de uitdunning onder punt 5), als de volledig in de natuur opgegroeide schieraal, een eigen kans kunnen pakken het zeegat te vinden ! Oke, prima. Zeg maar hoeveel dit er ten voordele van die balans zouden kunnen zijn. Vast staat dat de beroepsvissers zelf mogen bepalen om gedurende de overige 9 maanden deze (bijna-) schieraal in hun water op het juiste moment (opbrengstbewuste prijskeuze) naar de veiling te brengen. Slechts een fractie van beide categorieën zal het geluk hebben tot de gesloten periode uit de fuiken te blijven en de gehaktmolens te overleven……
- Vandaar dat het streven van Stichting DUPAN naar “volledig duurzaam beheerde consumptiepaling” voor geen meter klopt. Wellicht dat het fondslogo daarom
niet groen is maar
blauw en
worden er alleen de vetmesterijen en handelaren “palingwijzer” van……..