Nog steeds onverklaarbaar blijft waarom wij vanaf de kant en in de kustvisserij op het "vlakke" nauwelijks schol vangen.ICES geeft vangstopties
Scholstand groeit naar recordhoogte
donderdag, 01 juli 2010
DEN HAAG ? De scholstand is het afgelopen jaar doorgegroeid naar 435.000 ton. De afgelopen vijftig jaar was er alleen in 1987 een fractie meer schol in zee. Zo blijkt uit de jongste bestandsschattingen van ICES. Anders dan andere jaren geeft ICES nu meerdere vangstopties aan de Europese Commissie.
De druk van de visserij op de visbestanden in de Noordzee is in de afgelopen jaren afgenomen. Vooral schol heeft geprofiteerd; het bestand is flink gegroeid en ligt ver boven het voorzorgsniveau. De haringstand stabiliseert, ondanks een lage aanwas. De toestand van de kabeljauw in de Noordzee is nog steeds zorgelijk. Dit blijkt uit de jaarlijkse adviezen van de wetenschappers van de Internationale Raad voor Onderzoek der Zee (International Council for the Exploration of the Sea of ICES).
Onderzoekers van IMARES (onderdeel van Wageningen UR) presenteerden afgelopen woensdagmiddag de vangstadviezen van ICES voor 2011. Deze adviezen hebben onder andere betrekking op de bodemvisserij op tong, schol en kabeljauw in de Noordzee, en op de visserij op haring.
Binnen de Europese Unie is er momenteel een transitie gaande, waarbij het visserijbeheer bepaald zal gaan worden door beheerdoelen op basis van het zogeheten MSY-niveau voor maximaal duurzame vangsten. Dit is het gevolg van afspraken die er binnen de Verenigde Naties zijn gemaakt om in 2015 de visbestanden te beheren op basis van MSY. Daarom geeft ICES nu niet ??n advies, maar een aantal opties: (1) een transitie naar maximale duurzame vangsten, (2) het huidige beheer op basis van voorzorgsniveaus, en (3) bestaande beheerplannen voor specifieke soorten.
LNV verwacht dat de quota in 2011, net zoals in voorgaande jaren, volgens de beheerplannen (optie 3) zullen worden vastgesteld. Hieronder volgen de beoordelingen door ICES van de voor Nederland belangrijkste visbestanden, in relatie tot deze beheerplannen.
Noordzeeschol
De stand van de volwassen schol in de Noordzee is in de afgelopen paar jaar flink toegenomen en wordt geschat op ongeveer 435.000 ton in 2010. Deze toename is volgens de wetenschap hoofdzakelijk het gevolg van een afname van de visserijdruk door sanering van een deel van de kottervloot. De scholstand is tot ver boven het voorzorgsniveau van 230.000 ton gegroeid. Het huidige vangstquotum is slechts 63.825 ton. Conform het beheerplan mag de TAC met niet meer dan 15 procent stijgen. Met die maximale stijging komt de TAC voor Noordzeeschol volgend jaar uit op 73.400 ton. Bij de beheeroptie op MSY-niveau zou deze TAC lager uitkomen op 64.200 ton. Beheer op voorzorgsniveau zou een veel grotere TAC van 144.400 ton geven.
Precies 25 jaar geleden werd een hoogste schol-TAC ooit van 200.000 ton vastgesteld bij een geschat bestand van 345.000 ton. Ondanks die hoge TAC groeide het bestand volgens schatting toen door naar een record van 442.000 ton in 1987. Na de instelling van de scholbox is het bergafwaarts gegaan en werd de schol in 1996 geschat op een dieptepunt van 181.000 ton. Die schattingen zijn en worden nadien steeds bijgesteld. In 2003 werd bijvoorbeeld een dieptepunt ingeschat op 152.000 ton, wat inmiddels is bijgesteld naar een scholbestand van 203.000 ton. Intussen werd de TAC verder en verder verlaagd. Nog maar drie jaar terug werd aan de Europese Commissie een TAC van 26.000 ton Noordzeeschol voorgesteld om op die manier zo snel mogelijk boven het vermeende veilig biologische minimum uit te komen.
Noordzeetong
De visserijdruk op het tongbestand in de Noordzee is de laatste jaren afgenomen, onder andere door het inkrimpen van de vissersvloot. De volwassen tongstand in 2010 wordt geschat op 33.000 ton. Dat is iets onder het voorzorgsniveau van 35.000 ton. Vorig jaar was dat nog iets boven dit voorzorgsniveau. Conclusie: de tongstand is iets gedaald, en ook van de voorgaande jaren naar beneden bijgesteld. Het huidige vangstquotum (2010) is 14.100 ton. Het quotumadvies voor 2011 op basis van het beheerplan wordt 13.600 ton. Op basis van het voorzorgniveau wordt het vangstadvies maximaal 15.500 ton, en op grond van MSY-niveau wordt het 13.800 ton.
Noordzeekabeljauw
De kabeljauw bevindt zich al een aantal jaren in de problemen. Pogingen om de kabeljauwstand in de afgelopen jaren te herstellen hebben volgens ICES onvoldoende effect gehad. Hoewel het bestand toegenomen lijkt te zijn sinds het historische dieptepunt in 2006, is het nog steeds zo laag dat de aanwas van jonge vis in gevaar is. Het vangstquotum voor 2010 is 33.600 ton voor de Noordzee. Het quotumadvies op basis van het beheerplan is 32.240 ton. Wil de politiek het bestand weer zo snel mogelijk binnen de veilig geachte biologische grenzen krijgen, dan is het advies de vangst volledig te stoppen.
NoordzeeharingNa een herstel in het begin van deze eeuw daalde de haringstand na 2004. Dit was het gevolg van een geringe aanwas van jonge haring. Jaarlijks worden weliswaar voldoende haringlarven geboren, maar slechts een gering aantal overleeft. Dit heeft mogelijk te maken met veranderingen in het zeemilieu en de gevolgen daarvan voor het voedsel van haring: dierlijk plankton. De stand van de volwassen haring is door verlaging van de visserijdruk gestabiliseerd rond de 1,3 miljoen ton, zo meldt IMARES. Vorige maand werd bekend dat de biologen voor het eerst sinds jaren de haringstand weer zien toenemen. Anders dan gedacht blijkt de jaarklasse 2006 namelijk veel groter te zijn. Het advies op basis van het beheerplan van de EU en Noorwegen is om voor 2011 een vangsthoeveelheid voor de visserij op consumptieharing toe te staan van 188.900 ton, wat een TAC-verhoging van 15 procent is ten opzichte van 2010 (164.300 ton).
Vervolg
De adviezen zijn nu al gegeven zodat de Europese Commissie en de lidstaten zo vroeg mogelijk kunnen starten met het voorbereiden van de besluitvorming over de vangstmogelijkheden voor 2011 in de Raad van Visserijministers. De Commissie bespreekt de adviezen met de visserijsector en maatschappelijke organisaties in de Regionale Advies Raad van de Noordzee (Noordzee-RAC). In november maakt de Europese Commissie voor een aantal bestanden vangstafspraken met Noorwegen. Eind van het jaar stelt de Raad van Visserijministers de toegestane vangsthoeveelheden voor 2011 vast. Indien de uitkomsten van de Noordzeebemonstering, die in het najaar plaatsvindt, wijzen op grote veranderingen in de visbestanden, dan kunnen de visserijbiologen het advies in oktober herzien. Voor platvis vindt opnieuw een bedrijfssurvey samen met de UK 45 plaats.
Het gebrek aan tongvangst laat zich al redelijk verklaren. En t.a.v. de kabeljouw kunnen we de vanstlijn ook aardig volgen.
Is het de natuurlijke (klimaats-)verandering, gebrek aan uitstroom zoet voedingsrijk water, Deltawerken/Maasvlakte 2, invloed van de toegenomen staandwantvisserij, het kapotvissen van de trek- en paaiplaatsen ??
Ik hoop dat nu eens uit het voorgenomen Imares-onderzoek, i.s.m. SN en LNV, voor de sportvisserij e.e.a. zal gaan blijken EN dat alle invloeden van buitenaf (beroepsvisserij, vooral staand want) en het feit, dat wij hoofdzakelijk MET AAS vissen, goed wordt meegenomen.
Groet,
Dre