Vaarwel 2017 – Welkom 2018

Vaarwel 2017 - Welkom 2018

2017 zit er op, voltooid verleden tijd. Het was niet het beste jaar ooit voor de bootsportvisserij en de zee, om het zacht uit te drukken. Ik mag hopen dat 2018 enige verandering ten gunste mag meebrengen.

Het is gelukt om de geplande 6 uitgaven van ons clubblad “Deltavissers” het afgelopen jaar rond te krijgen. Daarbij werd ik gediend door de actualiteit, een aantal wedstrijden en de hulp van enkele leden die een stukje over hun visvakantie, voor “Mijn stek” of “Mijn boot” instuurden. Pim Janse, Delta 806, voorziet me elke keer van een visrecept, ingeleid door de nodige randinfo uit de keuken. Deze keer is dat niet anders en het belooft héél erg lekker te worden! Deze bijdragen zijn onmisbaar om een leuk blad te maken. Helaas bereiken dit soort stukjes de redactie echt veel en veel te weinig. Ze zijn zo schaars dat het een probleem is geworden om een clubblad in deze vorm te handhaven. De duim van uw dienaar is best vruchtbaar, maar ook de rijkste oliebron raakt een keer opgedroogd.

Dat brengt ons bij de eerder georganiseerde bevraging in verband met ons clubblad. Ook daar had de betrokkenheid van de leden een pak beter mogen zijn. Slechts 59 onder jullie hebben gereageerd. 37 via de website, 22 via de post.

Op de vraag waarom jullie lid zijn en blijven kwam een vrij eensluitend antwoord: 41 van jullie gaven de belangenbehartiging op als de voornaamste reden. Hartverwarmend is dat ook 30 van jullie “uit sympathie” als reden aanvinkten. Het deed ons in ieder geval plezier dat vast te stellen. Ons onvolprezen leden blad kreeg 21 stemmen, de Vispas 5.

Slechts 9 van de respondenten vinden dat het clubblad per direct digitaal moet, 25 vinden dat het mag, maar 27 geven de voorkeur aan een papieren versie. Binnen de “digitaal mag”-groep zit een aanzienlijk aandeel dat het blad toch nog liever op papier leest.

Als we het blad digitaal zouden maken, is dat voor 50 van de deelnemers geen reden om de club te verlaten. 4 gaven aan te zullen vertrekken als het blad niet meer op ambachtelijke wijze in de brievenbus valt. Voorlopig houden we nog vast aan de papieren versie en periodiek zal beoordeeld worden of het in de deze vorm nog verder kan.

De zuidelijke Noordzee kan ook wel wat goed nieuws verdragen… Afgelopen zomer stonden alle media van de Noordzee omringende landen bol van het goede nieuws over de Noordzee en de visbestanden die daar in leven. Kabeljauw, tong, schol, allemaal gezonde bestanden. Dat kwam binnen als een bom. Nog nooit, zelfs niet in de donkerste dagen van de Noordzee was het voor onze deur zo’n kale bedoening als vandaag het geval is.

Zoals genoegzaam bekend is de zone tussen de 51e en 54e breedtegraad, oftewel ICES vak IVc, langzaam maar zeker een lege bak water geworden, waar naast kwallen, krabben en zeesterren niet bijster veel meer rondscharrelt. Gelukkig valt er kort onder de kust en in de zeearmen voor ons nog wat te halen in de vorm van schar, wijting en een enkele zeebaars. Dat laatste kan je rustig letterlijk nemen, want dat is al wat ons in 2017 gegund werd, gedurende de 2e jaarhelft, één enkele zeebaars… Voor 2018 ziet het er naar uit dat de baars het hele jaar lang “catch & release” gaat worden. Er is nog een héél klein vlammetje van hoop voor de ministerraad in maart, maar dat is echt maar een theelichtje, meer niet.

Lichtpuntjes in deze droefenis zijn de haaitjes en sinds een jaar of twee op de Oosterschelde en in de omgeving van de Oosterscheldemonding, de terugkeer van de pijlstaartrog. Deze soorten bevissen doe je in de meeste gevallen uitsluitend voor de sport, aangezien ze als “lekkernij” nu niet meteen hoog op de lijst staan. Wel hoog op die lijst, maar haast niet meer aan de vinnen te komen zijn tong en gul. Waar de tong naar toe is, daar hebben we een goed idee van, die zijn massaal en dodelijk efficiënt opgeschept in de afgelopen 3 jaar. Dat is geen veronderstelling, maar een op cijfers gebaseerde vaststelling. De besommingen stegen, de Nederlandse visserij verzuidelijkte. Het is zelfs zo erg dat tijdens de laatste tongservey van het Vlaamse ILVO (Instituut voor landbouw- en visserijonderzoek) voor de Vlaamse kust haast geen 15+ cm tong meer is aangetroffen. Maar waar de gul gebleven is of in de Westhoek, de tot voor kort in grote getallen aanwezige, schollen gebleven zijn, is nog een groot vraagteken. Voor 2018 heeft het ILVO alvast een onderzoeksproject ingediend om dit allemaal uit te pluizen.

We hebben ook herhaaldelijk de nodige vraagtekens bij de duurzaamheid van de pulskor gezet. Dit tuig, wat overduidelijk super efficiënt vist op tong en waarvan bij labotesten is gebleken dat er zeker niet meer slachtoffers vallen dan bij de traditionele visserij met kettingen. En toch is omgekeerd evenredig aan de opschaling van de puls, zo ongeveer alles wat er buiten de banken zwemt in goed 3 jaar verdwenen. Toeval? Zou kunnen, maar er is wel heel veel gebeurd in dezelfde periode, precies binnen het gebied waar de pulsvloot actief is om zo maar van toeval of een reeks externe factoren uit te gaan. In Vlaanderen wordt ook hiervoor een onderzoeksvoorstel ingediend en als er geld beschikbaar wordt gemaakt, zal het ILVO i.s.m. het VLIZ ook dat voor zo ver als mogelijk uitgezocht worden. Is er een verband en zo ja, welk? Elektromagnetisch veld, geluid, … We gaan het zien. Er is ontegensprekelijk iets heel erg fout met ons deel van de zee.

Dat er nu plotseling aandacht is voor deze problemen heeft zonder enige twijfel te maken met de bijeenkomst in Nieuwpoort op 1 september van beroeps- en sportvissers uit Nederland, België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, waar vissers, ongeacht hun achtergrond, getuigden over de rampzalig situatie in de zuidelijke Noordzee. Sinds de publicatie en verspreiding van die getuigenissen is er heel wat in beweging gekomen en in het bijzonder in Vlaanderen. Een uitgebreide interpellatie in het Vlaamse parlemement (visserij is een Vlaamse bevoegdheid in het federale België) van minister Schauvliege kwam er heel snel na de Nieuwpoortbijeenkomst. De onderzoeken die nu opgestart kunnen worden zijn daar zonder twijfel mede een gevolg van.

Deze zomer werden schar en bot uit de TAC & quota verordening gelicht. Goed nieuws voor de beroepsvissers, bijzonder slecht nieuws voor ons. Deze commercieel oninteressante soorten vielen binnen de discardban en moesten dus aangeland worden, terwijl ze eigenlijk niks opbrachten. Ze moesten verwerkt worden en kosten plaats in de ruimen. Bovendien dreigden deze soorten “choke species” te worden voor de sector. Dat wil zeggen dat wanneer hun quotum voor deze soorten in een bepaald ICES-vak vol was, de visserij voor hen in dat vak gesloten werd, ook de visserij op andere soorten. Deze meevaller voor de sector is een kollossale tegenvaller voor de sportvisserij. Schar is een van de weinige soorten die nog in mooie aantallen en bij tijd en wijlen mooie formaten door ons gevangen kan worden. Nu ze deze soorten kunnen discarden, zal er beduidend minder moeite gedaan worden om ze te mijden. Zo zal men in scharrijke gebieden nu ook de laatste tongen kunnen belagen. Er zijn studies, uit verschillende landen, die aantonen dat 80% van de scharren die de mallemolen van gevangen worden, opgehaald, uitgesorteerd en weer overboord gespoeld worden niet overleven. Het is dus een kwestie van tijd eer we dat in onze vangsten heel erg hard gaan merken. Weinigen van ons eten hun bot op en de meesten zetten hem gewoon weer terug. Maar iedereen vindt het leuk om ze te vangen. Het zijn gewoon hele sterke platvissen die er lekker op bonken. Hoe lang nog? Ze waren sinds enkele jaren net weer een beetje “boven water” gekomen.

De ultieme ramp van het jaar, waarbij al het bovenstaande futiel wordt, helemaal aan het einde van 2017, was het verongelukken van het sportvisbootje met 3 enthousiaste sportvissers. De voorzitter maakt hier ook melding van in zijn nieuwjaarsboodschap in Deltavissers, maar het zal jullie vast opgevallen zijn dat daar, noch vanuit de redactie, noch vanuit het bestuur commentaren op gekomen zijn. Buiten ons welgemeende medeleven aan de nabestaanden aanbieden kunnen we niets meer doen. Speculaties en veronderstellingen dienen niets of niemand, enige terughoudendheid is hier op zijn plaats.

Zoals gezegd, 2017 was niet bepaald een topjaar. Binnen een week begint er een nieuw jaar, een nieuw begin. Vooruit is de weg en daarom voor straks iedereen een fantastisch 2018 gewenst!

Deel dit bericht

You may also like...